Lekkernijen aan het einde van de dag. Wat doe je ermee? Sinds de start van Vers Voor Vandaag krijg ik regelmatig de vraag: zouden we ons niet beter moeten richten op het aanpakken van overproductie in plaats van het verkopen van onverkochte producten? Ik snap die vraag. Maar laten we eerlijk zijn: in een ideale wereld loopt de allerlaatste klant tevreden de deur uit met het allerlaatste brood. En dat brood is dan precies het brood dat hij of zij zocht. Klinkt prachtig, toch? Helaas, dat is alleen een papieren werkelijkheid.
Onze medewerkers zijn geen gokkers, maar vakmensen. Ze maken een inschatting op basis van ervaring, vorige week, vorig jaar, het weer, evenementen in de buurt en noem het maar op. Maar consumentengedrag is grillig. De ene dag loopt het storm op brood, de volgende dag kiezen klanten ervoor een dagje over te slaan. In de tijd van mijn opa en oma was het simpel: bruin of wit. Dat scheelde een hoop in de voorraadbeheersing.
Dus ja, er blijft altijd iets over. En wat doe je dan? Weggooien is de makkelijkste optie, maar ook de slechtste. Je kunt die producten beter nog een kans geven. Maar hoe? Mijn advies: denk eerst aan de voedselbank. Wees bereid om mensen die minder bedeeld zijn te helpen.
Blijft er daarna nog iets over?
Dan zijn grofweg twee manieren om deze lekkernijen alsnog bij de mensen te krijgen. Of je richt je op je bestaande klanten en beloont hen met een koopje. Of je zoekt naar nieuwe klanten die normaal niet in jouw winkel komen. Beide strategieën hebben hun voordelen. Het is maar net wat bij je past.
Voor bestaande klanten zijn er genoeg opties. Een schap met lekkernijen van gisteren in de winkel, verkoop via je webshop of sociale media, of als je meerdere vestigingen hebt, misschien wel een ‘tweede kans winkel’. Ook WhatsApp is een optie: een berichtje naar je vaste klantenkring en je overgebleven producten vinden alsnog een goede bestemming.
Wil je liever nieuwe klanten aantrekken en zelf geen werk met de (online) verkoop? Dan zijn er platforms zoals Too Good To Go en Vers Voor Vandaag. De eerste is enorm, met miljoenen gebruikers. De tweede (ja, ik weet het, WC-eend) richt zich specifiek op lokale, ambachtelijke verswinkels. Dat betekent minder bodemprijskopers en een hogere opbrengst: gemiddeld 40-70% meer dan andere platforms. Bovendien draait het niet alleen om verkoop, maar ook om het creëren van fans voor het ambacht. En fans, die komen terug.
Welke oplossing je ook kiest, het belangrijkste is dat je iets doet. Voedselverspilling tegengaan en tegelijkertijd bouwen aan een sterker ambacht, daar word ik blij van. En jij?